'Konijn, ik ben levend. Ik adem, en ik beweeg, dus ik leef. Is dat duidelijk? Welke beproevingen ook komen, ik leef.' Hij zoog de borst vol adem en stapte in bed. 'Het is gezien,' mompelde hij. 'het is niet onopgemerkt gebleven.' Hij strekte zich uit en viel in een diepe slaap.



10 januari 2006

Intelligent Design of Foolish Design?

In de discussie of aan onze werkelijkheid een ontwerp ten grondslag ligt, hadden tot voor kort alleen gelovigen recht van spreken: wetenschappers beperkten zich angstvallig tot het zintuiglijk waarneembare. Totdat Intelligent Design zich presenteerde als alternatief voor het neo-darwinisme. Ook theoloog en bioloog Bram van de Beek laat in deze discussie van zich horen, maar verliest Intelligent Design uit het oog in een poging zijn eigen scheppingstheologie nog eens uit te leggen.

Afgelopen voorjaar verklaarde minister Van der Hoeven van Onderwijs dat ze geïnteresseerd was in de ideeën van Cees Dekker, winnaar van de Spinozaprijs en natuurkundige te Delft. De minister was onder de indruk van de manier waarop hij zijn geloof en zijn wetenschappelijke werk combineert. Samen met de Amsterdamse wiskundige Ronald Meester stelt Dekker al enkele jaren dat de evolutietheorie tekort schiet op cruciale momenten. Een onderliggend ‘intelligent ontwerp’, een Intelligent Design (ID), zou de beste verklaring zou zijn voor het ontstaan van ‘onherleidbaar complexe systemen’: systemen waarin het verwijderen van één onderdeel tot gevolg heeft dat het gehele systeem ermee stopt.

Levendig debat

De minister vond de ideeën van Dekker aanleiding voor verder debat. En debat is er gekomen. Er ontstond een levende, soms verbeten discussie op allerlei vlakken: D66-kamerleden waarschuwden ervoor dat de scheiding tussen kerk en staat in het geding was en sommige behoudende christenen wezen erop dat Dekker nog steeds het door hen verfoeide evolutionistisch verklaringsmodel met een ‘oude aarde’ hanteert. De bundel Schitterend ongeluk of sporen van ontwerp; over toeval en doelgerichtheid in de evolutie leidde ook tot enkele meer wetenschappelijk georiënteerde, maar vooral negatieve reacties.

De verhouding tussen theologie en natuurwetenschap staat dus op de agenda als nooit te voren. Aan deze verhouding heeft Bram van de Beek het boekje Toeval of schepping? Scheppingstheologie in de context van het moderne denken gewijd. De Amsterdamse hoogleraar symboliek, die ook promoveerde in de biologie, ontwierp al eerder een theologie van de schepping in het boek Schepping: de wereld als voorspel voor de eeuwigheid (1996). In Toeval of schepping? wordt de kern van de gedachten uit Schepping ongewijzigd opnieuw opgediend. Zo kunnen de lezers opnieuw kennisnemen van zijn opvattingen over de schepping, over de verhouding tussen theologie en natuurwetenschappen, over plaats en taak van de wetenschap en over de rol van de Christologie in de schepping. Deze hoofdstukken zijn uitgebreid met een toespitsing op de denkbeelden van de ID-stroming.

Terugkeer van God in filosofie en geschiedenis

Van de Beek begint met een scherpe analyse van de ontkoppeling van geloof en ervaring in de achttiende eeuw en de vergeefse pogingen in de negentiende en twintigste eeuw om de gesloten cirkel van het leven zonder God te doorbreken. Nieuwe perspectieven ziet hij echter in de herintroductie van God in het pan-en-theïsme van John Cobb en de samenhang tussen religieuze opvattingen en natuurwetenschap bij uiteenlopende denkers als Ian Barbour en Alvin Plantinga. Ook de gedachte van een intelligent ontwerp is een bewijs dat de tijd van de nothing-buttery, het niets-dan-materialisme, voorbij is. Dit geldt voor de natuurwetenschap, maar vooral ook voor de geschiedfilosofie die Gods handelen uit onze werkelijkheid verbannen heeft.

Theologie van de schepping

Het zwaartepunt van de ideeën in Toeval of schepping ligt bij de opvatting van Van de Beek dat de term ‘schepping’ niet synoniem is met ‘natuur’: het is een theologische term en niet een kosmologische term. Gelovigen ervaren de wereld voor Gods aangezicht dan ook als gewild. Sterker nog, spreken over de schepping is spreken over onze ervaringswereld in relatie met het geloof in God, die zich door symbolen present stelt in ons leven. Voor Van de Beek is een belangrijk symbool het kruis van Jezus Christus. Een christelijke scheppingstheologie zonder christologie beschouwt hij dan ook als onmogelijk. Jezus is Heer van de wereld, als schepper, als vleesgeworden woord, maar vooral als gekruisigde. Van de Beek houdt niet op te benadrukken dat Gods schepping bestaat in het kruis en in het lijden, in de zonde. Niet de schepping, maar de Schepper was goed van den beginne. Met O. Noordmans zegt hij: scheppen is scheiden en het kruis staat als een zwaard middenin de schepping.

Intelligent Design

Deze opvattingen hebben gevolgen voor het oordeel van de schrijver over ID. Deze wereld is een dwaze wereld. Als wij de kans gehad hadden, zouden wij hem gemaakt hebben zónder kindermoordenaars, kanker en tsunami’s. Hoe gaat dat samen met het idee dat er een intelligente ontwerper achter deze wereld zit? Op microniveau is het misschien nog mogelijk deze ontwerper op het spoor te komen. Maar als we naar de wereld kijken, is het niet waarschijnlijk dat we concluderen dat er een intelligent ontwerper aan de slag is geweest. Eerder nog zal men belanden bij toeval en noodlot. De theologie gaat echter niet uit van het toeval, maar belijdt dat er een willende God aan de basis staat van de werkelijkheid. De verheerlijking van de gekruisigde is Gods intelligentie, of deze ons nu ‘intelligent’ of ‘foolish’ voorkomt. Deze belijdenis is niet uit te drukken in wetenschappelijke theorieën; het is dan ook niet van belang of de schepping is gegroeid via een lang proces of in zeven dagen neergezet.

Een goede bijdrage aan het ID-debat?

Vinden we in Toeval of schepping nu een bijdrage die het debat over de wetenschappelijke aanvaardbaarheid van ID verder helpt? Deze voor de hand liggende vraag moet ontkennend worden beantwoord. Wie verwacht dat Van de Beek zich in het niet eerder gepubliceerde gedeelte van zijn boek zal opstellen als discussiepartner voor de aanhangers van ID, komt ontgoocheld uit.

Het is vooral de theoloog Van de Beek die aan het woord is en de standpunten waarmee hij bekend is geworden opnieuw voor het voetlicht brengt. De eigenlijke discussie over ID speelt een bijrol; zijn opvattingen over de schepping en haar Schepper verduisteren de vraag of en hoe de natuurwetenschap bewijs kan leveren voor de factor ‘ontwerp’. Om van een ontwerper nog maar te zwijgen.


Bram van de Beek, Toeval of schepping? Scheppingstheologie in de context van het moderne denken. Uitg. Kok, Kampen, 2005; 259z., € 18,50