'Konijn, ik ben levend. Ik adem, en ik beweeg, dus ik leef. Is dat duidelijk? Welke beproevingen ook komen, ik leef.' Hij zoog de borst vol adem en stapte in bed. 'Het is gezien,' mompelde hij. 'het is niet onopgemerkt gebleven.' Hij strekte zich uit en viel in een diepe slaap.



23 juni 2005

Recensie 'De mysterieuze vlam van koningin Loana'


Veel ideeën maar weinig verhaal. Dat kenschetst het nieuwe boek van Umberto Eco, ‘De mysterieuze vlam van koningin Loana’. Het verhaal, dat op veel autobiografische gegevens rust en gelardeerd is met tientallen afbeeldingen, slaagt er helaas niet erg in om de lezer mee te slepen.

Nadat hij begin jaren tachtig wereldberoemd werd met zijn eerste boek ‘De naam van de roos’, heeft Umberto Eco (1932) nog diverse boeken geschreven. Al eerder kwamen we gegevens van autobiografische aard tegen, maar voor zijn nieuwste boek heeft Eco wel heel uitdrukkelijk in zijn eigen jeugdherinneringen als ingrediënt gebruikt. Deze herinneringen, gemarineerd met fictieve gegevens, hebben geresulteerd in De mysterieuze vlam van koningin Loana.

Iedere zeventigjarige draagt een schat aan herinneringen met zich mee: herinneringen aan het wereldgebeuren van die zeventig jaar maar vooral ook heel persoonlijke, die opduiken als men in een oud schoolschrift kijkt, als men oude bekenden ontmoet of als men zelfs maar de geur van het geboortedorp ruikt. Umberto Eco dwingt zijn hoofdpersoon Giambattista Bodoni, Yambo voor intimi, de reis terug te maken langs al deze herinneringen van zijn jeugd. Mistigheid neemt hierbij een voorname plaats in op allerlei niveaus: Yambo heeft alles niet zo helder op zijn netvlies, maar ook heeft hij zijn leven te danken aan de mist in het ravijn bij zijn geboortedorp als hij een rol speelt in het verzet tegen de Duitsers.

Het verhaal begint voorjaar 1991 in het ziekenhuis, waar de dan zestigjarige boekverkoper Yambo ontwaakt nadat hij door een beroerte enige tijd heeft verkeerd in een mist van bewusteloosheid. Vragen van zijn arts leiden tot de vaststelling dat er aan zijn geheugen niets schort: hij strooit met citaten uit de wereldliteratuur en heeft geen moeite met het poetsen van zijn tanden. Echter, hij herinnert zich niet wie hij is en ook zijn vrouw Paola herkent hij niet. Eenmaal terug in zijn woning in Milaan levert dit allerlei ingewikkelde, pijnlijke en soms ook grappige situaties op.

Nu en dan gaat de deur naar ‘vroeger’ op een kiertje open en voelt Yambo zijn hart overslaan, bijvoorbeeld wanneer hij een oude foto van zijn ouders te zien krijgt. Op aanraden van zijn vrouw vertrekt Yambo naar zijn geboortedorp in de streek Piemonte, in de hoop dat zijn hart zal blijven overslaan, deze vlam zal blijven branden en de herinneringen gaandeweg zullen terugkomen. Immers, ‘Alleen als je het verleden oproept, kun je voorzien wat gaat komen’. Inderdaad laat Yambo zich al snel meevoeren op de stroom van herinneringen. Eerst verkent hij de omgeving en leert het eten opnieuw waarderen. Vervolgens ontdekt hij de dozen vol oude boeken, tijdschriften, stripboeken die hij zelf ooit heeft opgeslagen op een verlaten zolder. Terwijl hij zwakke pogingen doet rustig te blijven en zich aan het doktersadvies te houden, raakt hij steeds meer opgewonden bij het hervinden van de herinneringen aan zijn jeugdhelden: Flash Gordon, Mickey Mouse, de ‘duce’ Mussolini, het beeldschone maar onbenaderbare meisje Lila uit zijn klas en uiteraard koningin Loana .

De spanning wordt hem teveel en hij krijgt een tweede beroerte, die hem buiten bewustzijn in het ziekenhuis doet belanden. Althans, buiten bewustzijn… Yambo kan niets uitbrengen of zich bewegen, maar hij herbeleeft wel de genoemde episode uit zijn jeugdjaren, waarin hij als kleine jongen, gebruikmakend van de mist in het ravijn, enkele verzetsmensen in veiligheid brengt. Voordat hij wegzinkt in een zwarte vergetelheid komt hij terecht in een apocalyptische draaikolk waarin de eerder genoemde verhaal- en stripfiguren een rol spelen. Het is frappant dat Yambo deze heldere herinneringen uitgebreid koestert op het moment dat hij voor de buitenwereld in de allerdiepste mist verkeert.

Dit keer dus geen historische roman met allerlei vertellijnen. De mysterieuze vlam van koningin Loana is niet een boek dat de liefhebbers van een spannend en goed geconstrueerd verhaal voor zich zal innemen. Veelmeer is dit boek koren op de molen van literatuurwetenschappers en analytici als Eco zelf, die zich bezighouden met de leer van tekens en betekenis.

De sfeer in De mysterieuze vlam van koningin Loana verschilt nogal van die in de eerdere boeken. Er is geen meeslepende structuur, en alle symboliek die we eerder voor lief namen bij Eco, speelt de allesoverheersende eerste viool. Voor Italiaanse literatuurliefhebbers van rond de zeventig zal het boek dus een feest der herkenning zal zijn. Nederlanders van nu – zelfs literatuurliefhebberszullen meer moeite moeten doen om de her en der opduikende (sluik-)citaten te herkennen. Ook onvertaalde Italiaanse liedjes zijn een barrière waardoor het boek aan kracht inboet.

Ten slotte: hoewel de binnenkant mooi is uitgevoerd, is het foeilelijke omslagontwerp van de paperbackeditie is al evenmin een aanbeveling om dit boek aan te schaffen.


De mysterieuze vlam van koningin Loana
Umberto Eco. Uitg. Prometheus, Amsterdam.
Vertaald door Rob Gerritsen en Henny Vlot.
Prijs: €25 (paperback), €35 (gebonden)

(Gepubliceerd in het Friesch Dagblad van 2 maart 2005)